EEN TONEELSTUK
DE INBREKER IN DRIE BEDRIJVEN:
2019
2019
Op het toneel ziet men een kamer, ingericht met een bank, een kast, en twee stoelen een tafel. Een kastje met daarop een radio. Deze kamer heeft 4 deuren, 1 naar de een gang, en 3 naar de slaapkamers
De rolverdeling is als volgt:
Pim de butler: Deze weet veel over de familie.
Jim: de heer des huizes. Een bankier van de oude stempel.
Dora: zijn vrouw. En vrouw die van uitgaan aan elkaar hangt, en regelmatig dronken is.
Karel: hun zoon. Gedraagt zich als een rijkeluis zoon.
Marie: hun dochter. is geboren met een afwijking, maar misbruikt het op haar manier.
Kees: vriend van de Familie. tevens Speurder.
Mark: Commissaris der Politie.
Jaap: Agent.
Gerrit: de inbreker.
De rolverdeling is als volgt:
Pim de butler: Deze weet veel over de familie.
Jim: de heer des huizes. Een bankier van de oude stempel.
Dora: zijn vrouw. En vrouw die van uitgaan aan elkaar hangt, en regelmatig dronken is.
Karel: hun zoon. Gedraagt zich als een rijkeluis zoon.
Marie: hun dochter. is geboren met een afwijking, maar misbruikt het op haar manier.
Kees: vriend van de Familie. tevens Speurder.
Mark: Commissaris der Politie.
Jaap: Agent.
Gerrit: de inbreker.
Eerste bedrijf.
We zien de kamer in het donker gehuld, er gaat langzaam een deur open en er komt iemand binnen met een zaklantaarn, en gehuld in een zwart pak met een muts met twee gaten voor de ogen. Hij kijk rond en zoekt naar de kluis van de familie. Deze zit verborgen achter een schilderij met een afbeelding van een draak welke een strijder aan valt. Hij struikelt over een beren-kop welke als buit op de grond ligt. Door het lawaai wordt de dochter wakker en gaat kijken wat er aan de hand is, en opende haar slaapkamer deur, maar ziet niks, want de inbreker heeft zijn lantaarn uitgedaan, en houd zich schuil achter de bank. De dochter knip het licht aan, en hinkt door de kamer, (bij de geboorte is haar ene been korter dan de ander) maar omdat zei niets verdachts ziet gaat zei weer naar haar slaapkamer. De inbreker haalde opgelucht adem, en ging verder op zoek naar de brandkast. Hij haalde alle schilderijen van de wand, maar vond voor als nog geen kluis. Even later hoorde hij geruis uit de slaapkamer van de ouders, even later ging de deur open. De inbreker duikt met een snoekduik weer achter de bank, maar vergeet de schilderijen terug te hangen. De heer des huizes komt slaap dronken de kamer in, en verdwijnt door de deur naar de wc (men hoort hem even later doortrekken). Bij terug komst, krapt hij zich eens door het haar, en zijn borst, en loopt weer naar zijn slaapkamer, maar blijft vlak voor de deur staan, en kijkt verbaasd naar de schilderijen.
(Jim)
Hij zegt nogal luid hoe komen de schilderijen op de grond.
Met een ruk vliegt zijn slaapkamerdeur open, en stuift zijn vrouw de kamer binnen.
Zij draagt een pyjama met grote rode rozen, en heeft allemaal krulspelden in haar haar, een stukje komkommer plakt nog op haar gezicht.
(Dora)
Zij gilt wat is er aan de hand, en laat haar op de bank vallen, en grijpt naast de bank naar een fles die daar nog moet staan. Maar ze strijkt en grijpt in de haren van de inbreker, ze vliegt gillend overeind en springt haar man om zijn hals, en roept er zit een beest achter de bank.
(Pim)
De man zegt, doe niet zo raar, je bent nog niet helemaal nuchter.
(Dora)
Maar zijn vrouw stottert, ga dan maar zelf zel kijken, ik weet het zeker.
Onderwijl heeft de inbreker van de gelegenheid gebruik gemaakt, en is achter een grote stoel weggekropen.
De heer des huizes heeft zich losgemaakt van zijn vrouw, en kijkt achter de bank, maar ziet niets.
(Pim)
Hij zegt tegen zijn vrouw hier is niets, maar hoe komen die schilderijen op de grond, moesten zij schoongemaakt worden?
(Dora)
Zei zegt je denk toch niet dat ik dat gedaan heb, ik ben gisteren op stap geweest, en bij thuis komst gelijk naar bed gegaan.
Dan komt de dochter binnen in een babydoll, daarover een kamerjas loshangend.
Slaapdronken valt zei in de stoel waar de dief zich verstopt heeft.
Daarbij laat ze haar slaapkamerdeur open staan.
(Marie)
De dochter: mompelt waarom maken jullie alweer ruzie.
(Pim)
Zegt we maken helemaal geen ruzie, ik vraag aan je moeder hoe komen die schilderijen op de grond? Je moeder ging op de bank zitten, maar vloog direct overeind en gilde er zit een beest achter de bank, maar ik kan niets ontdekken. Weet jij wie die schilderijen op de grond heeft gezet.
(Marie)
Ik zou het niet weten.
Op dat moment komt de zoon des huizes thuis, zijn jas is gescheurd en hij heeft een blauw oog, en bloed op zijn gezicht.
Zijn moeder springt verschrikt overeind, en is gelijk nuchter.
Ze gilt:
(Dora)
Hoe kom je zo laat, en wat zie er uit, heeft iemand je aangevallen.
Tijdens dit moment ziet de inbreker de gelegenheid om in de slaapkamer van de dochter te komen.
(Karel)
Nou, zegt hij stamelend, volgens mij ben ik niet van de trap gevallen. Ik ben aangevallen toen ik de auto zou instappen, daar kreeg ik klappen en even buiten bewustzijn geweest, toen ik bij kwam was de auto weg. Dus ik ben helemaal lopend naar huis gekomen uit het stadscentrum.
Dan gaat de deurbel:
(Jim)
Ik doe wel even open, maar wie kan er zo midden in de nacht nog aanbellen.
Hij komt even later terug met een agent.
(Jaap)
Goedenacht allemaal, mag ik mij even voorstellen mijn naam is Jaap.
(Dora)
Kijkt hem wat schimmelig aan, en vraagt; "Wat komt u bij ons doen, is er iets gebeurt.
(Jaap)
Haalt zijn notitieboekje te voorschijn en zegt; is de auto met het nummerbord XE 300 BF van u. We hebben hem een uur geleden op zijn kop in de vaart gevonden, maar er was niemand meer in aanwezig.
(Karel)
Die auto is van mij, ik ben vannacht aangevallen toen ik in de wagen wilde stappen, en ben daarbij het bewustzijn verloren, ik ben net thuis. Ik heb niet met die wagen gereden, daar was ik te dronken voor.
(Jaap)
Helaas moet ik toch rapport over maken, en de rechter moet dan beslissen wat er met u gaat gebeuren. Zo als het nu blijkt heeft u, uw auto onbeheerd laten staan. Waardoor anderen er mee konden gaan rijden.
(Karel)
Ho. Ho, wat zegt u daar, ik heb mijn wagen afgesloten laten staan. Volgens mij is er ingebroken, en is hij gewoon gestolen. Kijk maar ik heb hier de sleutels van de wagen.
(Jaap)
Uh ja, dan ligt de zaak toch anders, en moeten wij op zoek gaan naar de dieven. U kunt beter uw verzekering gaan bellen. Tevens maken wij een verslag op van de diefstal.
(Jaap)
Gaat af.
(Karel)
He, he dat liep goed af, ik kan mij niet goed herinneren of ik de sleutels er in heb gelaten, maar dat doe ik nooit. Maar ik had wel met een paar vrienden van te voren al wat gedronken, bij hun thuis.
(Jim)
Goed, de auto halen wij later wel op. Ik neem wel even contact op met onze advocaat. Je weet niet wat er van komt.
Iedereen gaat naar zijn of hun slaapkamer.
(Jim)
Hij zegt nogal luid hoe komen de schilderijen op de grond.
Met een ruk vliegt zijn slaapkamerdeur open, en stuift zijn vrouw de kamer binnen.
Zij draagt een pyjama met grote rode rozen, en heeft allemaal krulspelden in haar haar, een stukje komkommer plakt nog op haar gezicht.
(Dora)
Zij gilt wat is er aan de hand, en laat haar op de bank vallen, en grijpt naast de bank naar een fles die daar nog moet staan. Maar ze strijkt en grijpt in de haren van de inbreker, ze vliegt gillend overeind en springt haar man om zijn hals, en roept er zit een beest achter de bank.
(Pim)
De man zegt, doe niet zo raar, je bent nog niet helemaal nuchter.
(Dora)
Maar zijn vrouw stottert, ga dan maar zelf zel kijken, ik weet het zeker.
Onderwijl heeft de inbreker van de gelegenheid gebruik gemaakt, en is achter een grote stoel weggekropen.
De heer des huizes heeft zich losgemaakt van zijn vrouw, en kijkt achter de bank, maar ziet niets.
(Pim)
Hij zegt tegen zijn vrouw hier is niets, maar hoe komen die schilderijen op de grond, moesten zij schoongemaakt worden?
(Dora)
Zei zegt je denk toch niet dat ik dat gedaan heb, ik ben gisteren op stap geweest, en bij thuis komst gelijk naar bed gegaan.
Dan komt de dochter binnen in een babydoll, daarover een kamerjas loshangend.
Slaapdronken valt zei in de stoel waar de dief zich verstopt heeft.
Daarbij laat ze haar slaapkamerdeur open staan.
(Marie)
De dochter: mompelt waarom maken jullie alweer ruzie.
(Pim)
Zegt we maken helemaal geen ruzie, ik vraag aan je moeder hoe komen die schilderijen op de grond? Je moeder ging op de bank zitten, maar vloog direct overeind en gilde er zit een beest achter de bank, maar ik kan niets ontdekken. Weet jij wie die schilderijen op de grond heeft gezet.
(Marie)
Ik zou het niet weten.
Op dat moment komt de zoon des huizes thuis, zijn jas is gescheurd en hij heeft een blauw oog, en bloed op zijn gezicht.
Zijn moeder springt verschrikt overeind, en is gelijk nuchter.
Ze gilt:
(Dora)
Hoe kom je zo laat, en wat zie er uit, heeft iemand je aangevallen.
Tijdens dit moment ziet de inbreker de gelegenheid om in de slaapkamer van de dochter te komen.
(Karel)
Nou, zegt hij stamelend, volgens mij ben ik niet van de trap gevallen. Ik ben aangevallen toen ik de auto zou instappen, daar kreeg ik klappen en even buiten bewustzijn geweest, toen ik bij kwam was de auto weg. Dus ik ben helemaal lopend naar huis gekomen uit het stadscentrum.
Dan gaat de deurbel:
(Jim)
Ik doe wel even open, maar wie kan er zo midden in de nacht nog aanbellen.
Hij komt even later terug met een agent.
(Jaap)
Goedenacht allemaal, mag ik mij even voorstellen mijn naam is Jaap.
(Dora)
Kijkt hem wat schimmelig aan, en vraagt; "Wat komt u bij ons doen, is er iets gebeurt.
(Jaap)
Haalt zijn notitieboekje te voorschijn en zegt; is de auto met het nummerbord XE 300 BF van u. We hebben hem een uur geleden op zijn kop in de vaart gevonden, maar er was niemand meer in aanwezig.
(Karel)
Die auto is van mij, ik ben vannacht aangevallen toen ik in de wagen wilde stappen, en ben daarbij het bewustzijn verloren, ik ben net thuis. Ik heb niet met die wagen gereden, daar was ik te dronken voor.
(Jaap)
Helaas moet ik toch rapport over maken, en de rechter moet dan beslissen wat er met u gaat gebeuren. Zo als het nu blijkt heeft u, uw auto onbeheerd laten staan. Waardoor anderen er mee konden gaan rijden.
(Karel)
Ho. Ho, wat zegt u daar, ik heb mijn wagen afgesloten laten staan. Volgens mij is er ingebroken, en is hij gewoon gestolen. Kijk maar ik heb hier de sleutels van de wagen.
(Jaap)
Uh ja, dan ligt de zaak toch anders, en moeten wij op zoek gaan naar de dieven. U kunt beter uw verzekering gaan bellen. Tevens maken wij een verslag op van de diefstal.
(Jaap)
Gaat af.
(Karel)
He, he dat liep goed af, ik kan mij niet goed herinneren of ik de sleutels er in heb gelaten, maar dat doe ik nooit. Maar ik had wel met een paar vrienden van te voren al wat gedronken, bij hun thuis.
(Jim)
Goed, de auto halen wij later wel op. Ik neem wel even contact op met onze advocaat. Je weet niet wat er van komt.
Iedereen gaat naar zijn of hun slaapkamer.
Doek
Tweede bedrijf.
Toneel is ingericht als een slaapkamer voor een meisjes. Er staat een eenpersoonsbed, en er staan dan ook knuffels op een laag kastje en er hangen wat jurken aan een kast. Er staat een computer en een tv scherm in de hoek.
(Marie)
Komt binnen en loopt naar de computer toe om deze aan te zetten, ze gaat het voorval twitteren aan haar vriendinnen. Terwijl ze zit te typen, komt de inbreker te voorschijn onder haar bed vandaan. Ze schrikt, vliegt overeind en wil het op een gillen zetten.
Komt binnen en loopt naar de computer toe om deze aan te zetten, ze gaat het voorval twitteren aan haar vriendinnen. Terwijl ze zit te typen, komt de inbreker te voorschijn onder haar bed vandaan. Ze schrikt, vliegt overeind en wil het op een gillen zetten.
Maar de (inbreker) heeft een revolver in zijn hand, waar hij mee dreigt. Hij zegt als je je kalm houdt zal er niets gebeuren. Ga nu maar op het bed zitten, en houd je stil. Hij ging naast haar zitten, en lag zijn revolver op het nachtkastje. Zie je zegt hij, ik ben niet van plan je iets te doen, maar ik wil ook niet ontdekt worden.
Ze ziet een klein beetje bleek, maar fluistert, wat kwam je hier eigenlijk doen. Hij zegt, doe nu maar eerst de deur op slot, en laat niemand binnen, dan zal ik je mijn verhaal vertellen.
(Marie)
loopt naar de deur en draait hem op slot. En draait zich dan om naar de inbreker, ze vraagt wat gaan we nu doen. De (inbreker) zegt, ik ga je mijn verhaal vertellen, daarna mag je besluiten of je mij gaat aangeven of niet. Ik zit momenteel in een zwaar pakket, mijn vrouw is ernstig ziek, en de kosten van de verpleging lopen hoog op. Dus ik probeerde bij jullie in te breken om zodoende aan wat geld te komen. Maar zo als je ziet ben ik wat amateuristisch aan de gang gegaan, het werd mij ook wel makkelijk gemaakt. De voordeur stond open en er was niemand in de gang, wel hoorde ik ergens in het huis praten. Ik heb enkele deuren geopend, maar er was niemand in de huiskamer, zodat ik maar eens ben gaan kijken wat er voor mij erg makkelijk was mee te nemen. Allereerst was op zoek naar een kluis, daarom staan al die schilderijen op de grond. Maar doordat de familie zo'n lawaai
maken kon ik ongemerkt in jouw slaapkamer komen.
(Marie)
Wat gaan we hier nu aan doen: Mijn ouders zullen je aangeven en dan is je vrouw nog slechter af. We moeten samen een oplossing vinden. Laat mij eens nadenken. Ik weet wel iets maar of jij moet er mee instemmen.
(Inbreker)
Wat heb je in je hoofd.
Ze ziet een klein beetje bleek, maar fluistert, wat kwam je hier eigenlijk doen. Hij zegt, doe nu maar eerst de deur op slot, en laat niemand binnen, dan zal ik je mijn verhaal vertellen.
(Marie)
loopt naar de deur en draait hem op slot. En draait zich dan om naar de inbreker, ze vraagt wat gaan we nu doen. De (inbreker) zegt, ik ga je mijn verhaal vertellen, daarna mag je besluiten of je mij gaat aangeven of niet. Ik zit momenteel in een zwaar pakket, mijn vrouw is ernstig ziek, en de kosten van de verpleging lopen hoog op. Dus ik probeerde bij jullie in te breken om zodoende aan wat geld te komen. Maar zo als je ziet ben ik wat amateuristisch aan de gang gegaan, het werd mij ook wel makkelijk gemaakt. De voordeur stond open en er was niemand in de gang, wel hoorde ik ergens in het huis praten. Ik heb enkele deuren geopend, maar er was niemand in de huiskamer, zodat ik maar eens ben gaan kijken wat er voor mij erg makkelijk was mee te nemen. Allereerst was op zoek naar een kluis, daarom staan al die schilderijen op de grond. Maar doordat de familie zo'n lawaai
maken kon ik ongemerkt in jouw slaapkamer komen.
(Marie)
Wat gaan we hier nu aan doen: Mijn ouders zullen je aangeven en dan is je vrouw nog slechter af. We moeten samen een oplossing vinden. Laat mij eens nadenken. Ik weet wel iets maar of jij moet er mee instemmen.
(Inbreker)
Wat heb je in je hoofd.
Reacties